'Werken tot vijf uur? In het onderwijs lijkt dat bijna vreemd' (vervolg)
Jullie reageerden; veel en fel
Hoi, ik ben Dennis, oprichter van Werkrust. Elke week deel ik een algoritmevrije nieuwsbrief met praktische tips om slim en ontspannen in het onderwijs te werken. Denk hierbij aan praktische (ICT) tools, inspirerende interviews en boeiende podcasts. Ben je nog geen lid? Geef je net als vele anderen op.
Toen ik eerder schreef over werken tot vijf uur in het onderwijs, leverde dat een stroom aan reacties op. Sommigen vonden vijf uur laat, anderen juist vroeg. De een werkte het liefst op school tot de laatste leerling weg was, de ander zwoer bij thuis nog even door. Wat vooral opviel: iedereen doet het anders, maar iedereen heeft een mening.
En terwijl wij in het onderwijs hierover in discussie zijn, woedt in het bedrijfsleven een vergelijkbaar gesprek. Krantenkoppen als “Microsoft legt thuiswerken aan banden” of “Rechter fluit bedrijf terug na afschaffen thuiswerken” laten zien dat ook daar gezocht wordt naar balans. Bedrijven worstelen met het ‘recht op thuiswerken’, de vraag wie verantwoordelijk is voor de werkplek en hoe je collega’s verbonden houdt als iedereen zijn eigen ritme kiest
.
Docenten kennen die vrijheid al veel langer. We nemen toetsen mee naar huis, schrijven rapporten aan de keukentafel en bepalen vaak zelf waar en wanneer het werk gebeurt. Maar wat doet dat eigenlijk met ons — en met elkaar? Is die autonomie een zegen, of juist een bron van ruis?
In dit vervolg wil ik de reacties op mijn vorige artikel langs een paar thema’s leggen. Niet om te bepalen wat goed of fout is, maar om te laten zien dat elke keuze — of je nu om drie uur naar huis gaat of tot zes uur blijft — gevolgen heeft. Voor jezelf, voor je team en soms ook voor de leerlingen.
Het DOKU-model
In mijn trainingen gebruik ik vaak het DOKU-model: Doel, Overzicht, Keuze en Uitvoering.
Het helpt om rust en richting te vinden in het werk, ook als alles tegelijk lijkt te moeten.
Doel: wat wil je eigenlijk bereiken? In dit geval: ontspannen kunnen werken in het onderwijs — Werkrust dus.
Overzicht: weet je wat er allemaal op je bord ligt en waar je tijd naartoe gaat?
Keuze: welke ruimte heb je om te bepalen hoe je werkt, en ben je je bewust van de keuzes die je maakt?
Uitvoering: wat heb je nodig om die keuzes vol te houden — in de praktijk, niet alleen in je hoofd?
In de reacties op het vorige artikel zie je al die lagen terug. Daarom bekijk ik ze hieronder per thema — en steeds langs de meetlat van Overzicht, Keuze en Uitvoering, met Werkrust als het doel.
🟦 1. Verschillen tussen onderwijssectoren
“In het basisonderwijs geldt dit niet hoor!”, schreef Mart. Daar is vijf uur juist een keurige tijd om naar huis te gaan. In het voortgezet onderwijs, mbo of hbo ligt dat anders. Luuck vertelde dat hij vaak pas na zessen vertrekt — maar dan wél zonder werk mee naar huis. En Max wees erop dat in het hbo lessen tot ver in de avond gewoon zijn.
De school waar je werkt bepaalt dus veel. In het po beginnen sommigen al om half acht, met een continurooster dat nauwelijks pauzes kent. In het vo spreiden de lessen zich uit over de dag, en in het mbo of hbo zijn avonden soms onderdeel van het rooster. Wat ‘vroeg naar huis’ is, hangt dus sterk af van waar je werkt.
Overzicht: begrijp hoe de structuur van je school jouw ritme bepaalt. Wanneer begint jouw dag écht, en waar zit ruimte voor herstel?
Keuze: binnen jouw rooster — wat kún je kiezen, en wat ligt vast?
Uitvoering: kleine aanpassingen, zoals één echt rustige pauze of een afgebakende werkmiddag, helpen om het vol te houden.
🪞 Een basisschool draait anders dan een mbo of hbo, maar uiteindelijk hangt de samenwerking wel samen. Als de een altijd om drie uur weg is en de ander tot zes blijft, ontstaan er verschillen in contactmomenten. Zeker voor startende collega’s kan dat invloed hebben op wat ze leren van ‘de praatjes in de gang’.
🟩 2. Waar werk je het liefst?
“Op school komt er altijd wel iemand iets vragen,” schreef Alice. Daarom werkt ze liever thuis. Marjan blijft juist graag tot het lokaal leeg is: “Heerlijk rustig, dan krijg ik nog wat gedaan.” En Lucienne zou al haar werk graag op school doen — “als er tenminste een eigen werkplek was waarvan de deur dicht kan.”
Het komt vaak neer op rust en concentratie. Wie thuis werkt, mist soms de korte lijntjes met collega’s; wie op school blijft, mist een stille hoek. Bram vatte het samen: “Er zijn gewoon geen eigen kantoren voor docenten.” Keuzevrijheid klinkt mooi, maar zonder fatsoenlijke werkplek is het vooral schipperen.
Overzicht: weet wat jouw plek met je doet — waar laad je op, waar raak je leeg?
Keuze: kies bewust voor de plek die past bij de taak die je doet. Niet alles hoeft op school, niet alles hoeft thuis.
Uitvoering: richt je werkplek zó in dat je er graag zit. Soms helpt een goede stoel of een vaste afsluitroutine al meer dan je denkt.
💭 Thuiswerken lijkt soms efficiënter, maar wat verliezen we als we elkaar minder zien? Online onderwijs liet zien dat afstand iets doet met kwaliteit — geldt dat ook voor samenwerken? En als je je volledig afsluit om ongestoord te werken, wat betekent dat voor collega’s die even willen overleggen of leren van wat jij doet? Zeker voor starters zijn toevallige gesprekken goud waard.
🟨 3. De norm van werktijd
“Die 8-tot-5-dag is echt achterhaald,” vond Lucienne. En Esther vertelde hoe haar man de ene dag om half acht start en de andere pas halverwege de ochtend — waarom zou dat voor docenten anders zijn?
Sommige leraren werken liever in blokken: een lange ochtend, dan even rust, en ’s avonds nog een uurtje. Anderen trekken het juist niet om ’s avonds weer te beginnen. Is er zoiets als een standaard onderwijsdag?
Overzicht: hoe ziet jouw werkdag er écht uit? Schrijf het eens op. Vaak blijkt dat we meer doen dan we denken.
Keuze: bepaal zelf wat ‘voldoende’ is. Is het aantal uren leidend, of de kwaliteit van je energie?
Uitvoering: experimenteer met werktijden die bij je passen, en evalueer wat dat doet met je rust en concentratie.
⏰ Wie eerder vertrekt om bij de kinderen te zijn, werkt vaak ’s avonds verder. Maar ben je dan nog even scherp? En moet een school rekening houden met jonge ouders om te voorkomen dat ze structureel in de avonduren doorwerken? Ook interessant: als je om 15.00 uur stopt omdat je niet meer productief bent — zou dat in andere beroepen kunnen? Wat zegt dat over de omvang van het takenpakket in het onderwijs zelf?
🟧 4. Werkdruk en balans
“Heb je wel eens zeven uur achter elkaar lesgegeven?” vroeg Gerrad droogjes. De meeste collega’s weten precies wat hij bedoelt. Lesgeven is intensief; na zes klassen op een dag is het hoofd vol. Toch blijven velen na school nog even door, of schuiven het werk door naar de avond.
Nardy schreef dat ze vaak tot half zes blijft en dan in het weekend niks meer doet. Dat klinkt als een goed ritme, maar makkelijk is het niet. En Marjan merkte op dat het helpt als leidinggevenden ruimte geven om even stil te staan. Dat ‘stil staan’ lijkt voor veel leraren de lastigste klus van allemaal.
Overzicht: weet je eigenlijk waar je tijd echt naartoe gaat? Een paar dagen bewust bijhouden kan al verrassend veel inzicht geven.
Keuze: wanneer zeg je ‘nu is het goed’? Soms is doorgaan geen teken van toewijding maar van gewoonte.
Uitvoering: plan bewust momenten in om te herstellen, niet alleen in vakanties maar ook tussendoor. Dat maakt rust onderdeel van je werk, niet het tegenovergestelde.
🧩 Als we blijven werken tot het echt niet meer gaat, raakt dat ook de mensen om ons heen. Leerlingen merken het als we op reserves draaien. Collega’s moeten bijspringen als iemand uitvalt. Maar wat als iemand een te grote baan heeft aangenomen?
🟥 5. Autonomie en vertrouwen
“We zijn professionals, we kunnen prima zelf bepalen hoe we werken,” schreef Marjan. Frank en Femke waren het met haar eens. André vulde aan: “Wie zelden op school te zien is, mist soms de waardevolle contactmomenten met collega’s.”
Vrijheid kan energie geven, maar ook afstand scheppen. Het vraagt iets om die twee in evenwicht te houden: je eigen tempo volgen, maar tegelijk onderdeel blijven van het geheel.
Overzicht: hoe vrij ben je eigenlijk echt? En waarin zit die vrijheid – in tijd, plek, of manier van werken?
Keuze: welke afspraken maak je met jezelf én met je team over bereikbaarheid en samenwerking?
Uitvoering: kleine rituelen helpen om verbonden te blijven. Even koffie met collega’s of een korte update aan het eind van de dag kan genoeg zijn.
🤝 Vrijheid vraagt ook verantwoordelijkheid. Wie minder zichtbaar is, wordt minder snel betrokken. En wat betekent autonomie als een leidinggevende jou betaalt voor 1659 uur werk? Waar ligt de grens tussen vertrouwen en vrijblijvendheid? Moeten collega’s de vrijheid hebben?
🟪 6. Structuur en geschiedenis
“Als we ons aan de jaartaak zouden houden, zou het mbo-onderwijs in het honderd lopen,” schreef Andrea. En Jurroen herinnerde eraan dat wie die 1659 uur eerlijk verdeelt over de werkweken, al snel op een werkweek van ruim 40 uur uitkomt.
De kern is niet nieuw: hoeveel tijd heb je eigenlijk nodig om goed onderwijs te geven? En wat telt allemaal mee? Voorbereiden, mailen, mentorgesprekken — het past niet allemaal netjes in een rooster.
Overzicht: ken je jouw eigen jaartaak of rooster écht, of werk je vooral op gevoel?
Keuze: wat doe je als er meer werk is dan tijd? Wat laat je liggen, bewust?
Uitvoering: durf taken te schrappen of te vereenvoudigen. Een werkbare structuur geeft ruimte om adem te halen — en dat is uiteindelijk het doel van Werkrust.
📊 Andrea’s observatie raakt aan iets diepers: misschien is het probleem niet dat we te veel doen, maar dat de norm te krap is. Werken we aan rust, of alleen maar aan het afvinken van uren?
Afsluiting
“Wat ik mis is het gesprek over werktijd, keuzes en gevolgen.”
We hebben het vaak over werkdruk, formatie en taken, maar zelden over hoe we werken — en wat dat doet met onszelf en met elkaar. De vrijheid die we hebben is groot, en dat is mooi. Maar vrijheid zonder gesprek wordt al snel ieder voor zich.
Ik grap wel eens dat ik een ZZP’er ben in de maatschap van mijn school. Iedereen met zijn eigen werkwijze, planning en voorkeuren. En dat kan prima werken, zolang we elkaar maar blijven opzoeken om af te stemmen. Misschien is dat wel de kern van Werkrust: weten waar je invloed ligt, kiezen met aandacht, en blijven praten over wat dat betekent voor het geheel.
💡 Wellicht een interessante casus voor de volgende studiedag?